Het doopsel

In het doopsel krijgt de onuitsprekelijke naam van God een menselijke vorm, want zoals een vader zijn naam aan zijn kind geeft, zo geeft God Zijn naam aan de mens. Het is God zèlf die zich in het doopsel aan de mens geeft. Maar het is de zorg van de kerk dat deze gave inderdaad aanvaard wordt en het verbond daadwerkelijk wordt aangegaan. Want zolang de mens God niet aanvaardt, is de betekenis van het doopsel nog niet vervuld. Daarom heet het doopsel het sacrament van het geloof, en roept de kerk allen, die rond de doopvont staan, op om het geloof in Gods woord te belijden.

Door het doopsel wordt iemand opgenomen in onze kerkgemeenschap, in de vriendenkring rond Jezus Christus.

Bij een doopsel kan het gaan om jongeren en volwassenen die zichzelf aanbieden om gedoopt te worden. Meestal gaat het bij ons om de kinderdoop. Het zijn de ouders die er voor kiezen om door het doopsel hun kind op de christelijke levensweg te zetten.

Wanneer zijn de doopsels?

In januari 2024 zijn er geen doopsels.
Vanaf februari 2024
:
1ste zondag van de maand in Neeroeteren;
2e zondag van de maand in Dorne;
3e zondag van de maand: geen doopsels;
4e zondag van de maand in Opoeteren.

Er kunnen maximaal 2 dopelingen om 15.00u zijn.  Vanaf 3 dopelingen wijken we uit naar 14.00u.

Hoe het doopsel aanvragen?

Hou rekening met de onderstaande richtlijnen bij je aanvraag:

  • minstens 3 maanden vóór de doopsel-viering.
  • via één van onderstaande contactpersonen:

Neeroeteren, Voorshoven of Berg-Waterloos en Opoeteren: bij Guido Hellings en Marie-Louise Henkens (0494 45 99 12 of 089 86 81 48);

Dorne: bij Nathalie Wijnen (0494 24 89 29).

(Binnenkort kan de aanvraag ook digitaal.)

Ik ben geboren

Hier ben ik dan
heel klein en broos
ontloken als een prille roos
in deze wijde wereld.

In een gebaar van tederheid
heeft Hij, die alle leven
beademt met aanwezigheid,
mij het bestaan gegeven.

Hier ben ik dan
zo lang verwacht
met zoveel liefde toebedacht
met zoveel zorg gedragen.

Een zachte droom, een kind van hoop
geweven en geborgen
in het geloof dat deze doop
mij adem geeft voor morgen.

(uit: Ik word gedoopt / L. Debroey ; A. Vandenhoeck, Averbode)